Vlasmuseum

De geschiedenis van het Vlasmuseum begint in de jaren zestig. De vlasnijverheid was de belangrijkste economische activiteit in het zuiden van West-Vlaanderen. Wanneer deze sector door een zware crisis ging, besefte Bert Dewilde dat dit streekverhaal dreigde verloren zou gaan. Daarom startte hij met een verzameling van werktuigen. Samen met enthousiaste vrijwilligers en met de ondersteuning van bedrijven werkte hij aan diverse educatieve tentoonstellingen. In 1982 ging het Nationaal Vlasmuseum voor het grote publiek open.

Kant- en linnenmuseum

Door massale spontane schenkingen aan het museum groeide bij Bert en Annick Dewilde het idee om een tweede vleugel te openen over de afgewerkte vlasproducten. In 1998 was het Kant- en Linnenmuseum een feit. De hulp van vele vrijwilligers, scholen en sponsors was cruciaal voor de rol die het museum speelde in de regio. Het Vlasmuseum stond gekend voor zijn realistische taferelen, zijn paard, zijn mooie verzameling kant en natuurlijk zijn enthousiaste demonstrateurs. Het museum sleepte talrijke erkenningen in de wacht waaronder het label van erkend museum met regionale indeling en de internationale prijs voor autocartoerisme. Bekende staatshoofden bezochten het museum.


Texture

Onder leiding van Lies Buyse werd sinds 2009 gewerkt aan een grondige herprofilering van het museum en de verhuis naar een betekenisvolle locatie. Deze locatie vertaalde zich in een vlasverzendhuis uit 1912 in het centrum van Kortrijk. Na een sluitingsperiode van twee jaar heropent het museum in 2014 de deuren als Texture en breit het een nieuw hoofdstuk aan een reeds mooi verhaal. Vanaf nu ontdekken jong en oud waardevolle collecties vlas en textiel via een fris verhaal in een modern museumgebouw.